Veelgestelde vragen
Hieronder vind u een overzicht van de meest gestelde vragen. Staat uw vraag hier niet bij? U kunt altijd contact met ons opnemen.
Een samenwerkingsverband bestaat uit een groot aantal basisscholen en een of meer scholen voor speciaal basisonderwijs.
Leerlingen die onvoldoende baat hebben bij de extra zorg op de basisschool en een intensievere vorm van zorg nodig hebben, gaan naar een school voor speciaal basisonderwijs (sbo). Het zijn leerlingen die in het verleden werden opgevangen op lom-, mlk- en iobk-scholen. Scholen voor speciaal basisonderwijs vallen niet onder de Wet op de Expertise Centra, maar onder de Wet op het Primair Onderwijs.
De meeste leerlingen doorlopen zonder problemen het vmbo. Sommige kinderen hebben echter extra ondersteuning nodig om het vmbodiploma in de wacht te slepen. Deze leerlingen kunnen leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) krijgen. Voor sommige leerlingen zijn de leerwegen te hoog gegrepen. Ook met leerweg ondersteunend onderwijs slagen ze er niet in om het vmbodiploma te halen. Deze groep leerlingen kan terecht in het praktijkonderwijs. Gehandicapte leerlingen behoren overigens niet tot deze doelgroep.
ZMOK staat voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Deze kinderen gaan naar scholen voor speciaal onderwijs.
LZK staat voor landurig zieke kinderen. Deze kinderen gaan naar het speciaal onderwijs.
De namen Mytyl en Tyltyl zijn overgenomen van een sprookje van Maurice Maeterlinck en soortnamen geworden voor lichamelijk en meervoudig gehandicapte leerlingen. Leerlingen met deze handicaps gaan naar scholen voor speciaal onderwijs.
ZMLK staat voor zeer moeilijk lerende kinderen (IQ lager dan 60). Zeer moeilijk lerende kinderen gaan naar scholen voor speciaal onderwijs. Leerlingen met autisme kunnen eveneens zeer moeilijk lerend zijn.
Cluster 1: scholen voor visueel gehandicapte kinderen en visueel gehandicapte kinderen met een meervoudige beperking.
Cluster 2: scholen voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden, mogelijkerwijs in combinatie met een andere handicap.
De medische diagnose begint bij uw huisarts. Wanneer het te maken heeft met onderwijs kunt u terecht bij Mee of Jeugdzorg.
Speciaal onderwijs is bedoeld voor kinderen met een:
– visuele handicap (blind of slechtziend)
– communicatieve handicap (gehoor-, spraak- of taalproblemen)
– lichamelijke en/of verstandelijke handicap of een langdurige ziekte
– ernstige gedragsstoornis of een psychiatrisch probleem.
Autisme is een ernstige pervasieve ontwikkelingsstoornis, een handicap die niet direct zichtbaar is, maar duidelijk wordt in het gedrag en het functioneren van het kind. Door hun handicap ervaren zij de wereld om hen heen als onbegrijpelijk en chaotisch. Hoewel autisme voor komt bij alle niveaus van verstandelijk functioneren is een groot deel verstandelijk gehandicapt en aangewezen op een vorm van speciaal onderwijs.